donderdag 18 juni 2009

Eurlings zegt ja en nee tegen kilometerheffing

Die kilometerheffing komt er natuurlijk niet. Maar de weg naar zo’n resultaat is niet eenvoudig. Zoiets krijg je niet zomaar voor elkaar. Zeker niet als je als minister in de begindagen van dit kabinet hebt geroepen dat je ‘een belangrijke onomkeerbare stap’ zult zetten om automobilisten te laten betalen voor hun mobiliteit, oftewel dat je een kilometerheffing zult invoeren. Het komt neer op de hogere politieke kunst om op het juiste moment ‘ja’ en op een ander juist moment ‘nee’ te zeggen.

Voor de argeloze toeschouwer kan het lijken dat deze twee woorden tegengestelde en elkaar uitsluitende betekenissen hebben. Maar hij begrijpt dan niets van de Nederlandse politiek in het algemeen en het CDA in het bijzonder. Waar het om gaat is dat je elk woord op een geëigend tijdstip kunt uitspreken met dwingende argumenten, liefst van een hogere orde. Als christenpoliticus kun je per slot van rekening af en toe de allerhoogste joker inzetten, die andere partijen eenvoudig niet tot hun beschikking hebben. Maar je kunt het ook wat laagbijdegrondser houden, bijvoorbeeld door je te beroepen op overmacht of de eis van belangrijke andere deelnemers, waar de politiek eenvoudig niet omheen kan.

Minister Camiel Eurlings is al maanden bezig met zijn eigen laveerwerk om op het juiste moment het voorstel af te laten schieten dat zo goed is – milieuwinst, doorstroming, betalen naar gebruik – dat het bijna iets heldhaftigs krijgt, maar tegelijkertijd voor een meerderheid van de bevolking de status van een zondebok heeft, waarbij Eurlings er vooral gespitst is om zijn handen in onschuld te kunnen wassen. In zijn heilige boek heeft hij als kleine jongen het grote voorbeeldverhaal goed bestudeerd, zodat hij weet dat de kruisiging van de held/zondebok er toch van zal komen. Voor de steeds grotere groep bijbel-analfabeten: zoek onder Pontius Pilatus.

Dus waarom zei de minister tegen de Tweede Kamer (de volksvertegenwoordiging…) dat hij zijn wetsvoorstel pas indient als hij draagvlak heeft bij een klankbordgroep van maatschappelijke organisaties? Niet omdat hij zo graag draagvlak wil hebben. Door deze woorden tegen de volksvertegenwoordiging te zeggen liet hij zich in de kaart kijken: hij hoopt juist geen draagvlak te krijgen. Wat hij nu allemaal doet, doet hij met bijbedoelingen.

Door dat draagvlak te zoeken bij die klankbordgroep moet hen eerst een wetsvoorstel compleet met tarieven voorgelegd worden. Maar dat voorstel kan pas als de Raad van State erover geadviseerd heeft. Wat pas kan als de Raad een adviesaanvraag van de minister binnen heeft. En die aanvraag houdt de minister lekker zelf in zijn zak totdat het te laat is om nog voor de zomer een advies te krijgen.

Maar dan kan de Kamer dat voorstel ook niet voor de zomer zien, zodat de politieke concurrenten van het CDA niet de hele zomer de tijd hebben om naar zwakheden te zoeken om met hun aanvallen goede sier bij de kiezer te maken. Van Camiel Eurlings mag iedereen de kilometerheffing afschieten, behalve zijn concurrenten in de Kamer, want dat kan Kamerzetels kosten. Opvallend was dat de PvdA als enige partij met de minister meeging.

Ergens begin augustus of zo buigt de klankbordgroep zich over het voorstel inclusief tarieven. Op dat moment breekt de pleuris uit: ‘Dit voorstel is onaanvaardbaar.’ Vervolgens kan Eurlings de Kamer met uitgestreken gezicht vertellen dat het wetsvoorstel in deze vorm niet kan doorgaan vanwege gebrek aan maatschappelijk draagvlak (‘nee’). Hij heeft zich dan sterk gemaakt voor kilometerheffing (‘ja’). Zijn politieke concurrenten in de Kamer – PVV, VVD, SP – hebben dan geen gelegenheid gehad om te scoren bij de kiezer omdat hen al het gras voor de voeten is weggemaaid door die organisaties buiten de Kamer. De minister wast zijn handen vervolgens in onschuld (zie bijbel).

Geen opmerkingen:

Een reactie posten