vrijdag 24 april 2009

Ricky de surrealistische arbeidersbaby

Het begin van Ricky lijkt op een speelfilm van de gebroeders Dardenne. Grauw. Een hedendaags leven in de onderklasse. Katie woont in een flat in een buitenwijk van Parijs. Ze is arbeidster in een chemische fabriek.’s Morgens brengt ze haar dochtertje Lisa met de scooter naar school. Als alleenstaande vrouw die teleurgesteld is in de mannen worstelt Katie met haar leven. En dochtertje Lisa toont een melancholie in de ogen die haar bijna volwassener maakt dan haar moeder.

Dan komt op het werk een nieuwe Spaanse collega binnenlopen, Paco. Sigaretje op de buitenplaats. Vluggertje op het fabriekstoilet. Een keertje uit. Katie en Paco krijgen een relatie; Paco trekt in bij Katie en Lisa. En na een tijdje wordt Ricky geboren.

Vanaf dat moment krijgen we een andere film te zien. Zaten we tot dan toe in een sociaal-realistisch drama. Nu wordt het tijd voor fantasy, voor surrealisme, voor magie in het arbeidersleven. Alsof de gebroeders Dardenne gaan zwerven door Pan’s Labyrinth.

Nadat Paco een dagje op Ricky heeft gepast bemerkt Katie een roodblauwe plek op de rug van de baby. Ze verdenkt Paco ervan Ricky geslagen te hebben. Of misschien heeft hij hem laten vallen. Ondertussen hebben we Lisa ook al eens dreigend in het wiegje van Ricky zien kijken. Paco pikt het wantrouwen niet en pakt zijn biezen.

Nu is Katie weer een alleenstaande vrouw, met nog een kindje erbij. Maar zie, er gebeurt een wonder. Er komt nog zo’n plek bij op Ricky’s rug. Als Katie en Lisa de baby een keertje kwijt zijn blijkt hij op de kast te zitten. Hij heeft vleugeltjes. We zien eerst bloot vleugelvlees. Dan snel groeiende vleugels, niet met de witte veren van een engeltje, maar meer de stevige, gekleurde vleugels van een roofvogel. En Ricky begint aan zijn ongeoefende vliegbewegingen en stoot zijn babyhoofdje.

Als liefhebbende moeder reageert Katie uiterst praktisch. Ze koopt een helmpje en kniebeschermers. In de bloesjes van Paco knipt ze twee uitsparingen. En bij de slager meet ze de vleugels van het gevogelte en informeert ze terloops hoe snel die beesten nu groeien. Lisa krijgt de strikte opdracht om te zwijgen, want de mensen en de media kunnen hier natuurlijk helemaal niet mee omgaan.

Regisseur François Ozon heeft er goed aan gedaan om de fantastische elementen en de special effects niet helemaal aan Hollywood over te laten. Hij heeft een surrealisch, magisch element gemixt met het voorbeeld van het beste Europese sociaal-realistische drama. Alles met een lichte toon. Bovendien is hij met zijn tempo van gemiddeld een speelfilm per jaar naar tegenwoordige maatstaven een hele snelle werker. Toch zou hij zo’n verhaal grondiger kunnen aanpakken. Zodat we niet alleen een geslaagde vermenging van genres te zien krijgen, maar ook de zaal kunnen uitlopen met het gevoel dat we naar een film met grote zeggingskracht hebben zitten kijken.

(sinds donderdag in 7 bioscopen)

donderdag 23 april 2009

Summertime and the hiding is harder

Summertime, and the living is easy. Not! Ik begrijp nu dat dit helemaal niet waar is voor de dames. De waarheid is: Summertime, and the hiding is harder. Internet-glossy Styletoday heeft een onderzoek onder 2600 vrouwspersonen gedaan en als man begrijp ik nu dat de zomer het seizoen van de angst is. De zomer is het seizoen dat een vrouw zich niet meer kan verstoppen achter winterse lagen kleding.

Vrouwen blijken al maanden van tevoren bezig te zijn met stiekeme voorbereidingen. Maar liefst 77 procent past de eetgewoonten aan. Het merendeel gaat gewoon wat minder eten, maar 7 procent volgt rigoureus een crashdieet. Dit laatste lijkt me eerlijk gezegd een kleine marteling. Het betekent dat tot die rotzomer weg is er niet meer serieus gegeten kan worden. Ik denk dan aan een Guantanamo-menu met alleen maar groentesapjes. Met andere woorden: wat doet het ertoe dat Obama Guantanamo gaat sluiten? Vrouwen hebben helemaal geen CIA nodig.

De helft bezoekt wat vaker de sportschool. Dit geloof ik niet, ik geloof niet dat de helft überhaupt naar de sportschool gaat. Wel wil ik geloven dat de helft van de vrouwen met een sportschool-abonnement nu wat vaker gaat – maar zeg dat dan. Het is in elk geval in lijn met de menukeuzes. En het betekent dat de eerste lentezon als een soort aanzegging van de deurwaarder ervaren wordt. Die deurwaarder staat dan op de stoep met de strenge vraag: bent u klaar voor rokjesdag? Vrouwen vrezen deze vraag en deze dag.

Een heel scala aan winterse geheimen moet nu aan een onbarmhartige inspectie onderworpen worden. Te dik? Te zwaar? Te bleek? Te behaard? Te bedekt met cellulitis? Een echte vrouw, begrijp ik nu, beantwoordt al die vragen met ja. En dan begint een serie martelingen waar mannen en de CIA (voornamelijk mannen) nog steeds geen idee van hebben.

En dan is rokjesdag nog maar de eerste peildatum. Enkele maanden later komt een nog veel wreder moment: bikinidag. Bikinidag is on-barm-har-tig. Een bikini vinden we tegenwoordig een keurig badkostuum, maar het is nog even wreed. Dan kan met één dodelijke blik duidelijk worden of alle martelingen in de voorgaande maanden enige zin hebben gehad.

Nu begrijp ik pas waarom ik enkele dagen geleden op een zonnige morgen met zoveel omhaal voorbij gelopen werd door een juffrouw in een rok. Ze wiegde met haar heupen, ze toonde haar blote kuiten, haar schoenen maakten klak-klak-klak-geluiden op de straat. Haar blik was naar voren gericht zodat ik alle gelegenheid had tot een uitgebreide inspectie. En nu begrijp ik pas dat het absoluut verboden was om niet te kijken.

woensdag 22 april 2009

Instituten: ‘Recessie blijft en gaat dieper’

De recessie blijft nog een tijd, en zal nog dieper gaan. Dat is de niet zo leuke boodschap van The World Economic Outlook van het Internationale Monetaire Fonds (IMF). Een maandje geleden hadden we nog een rituele dans om nieuwe regeerafspraken te maken, na de plechtige aanzegging – Teulings van ’t CPB en J.P. met z’n twee – van 3,5 procent krimp. Ook de vakbonden en de werkgevers kwamen toen opdraven. Wel, het hele circus kan opnieuw beginnen. Het IMF voorspelt nu voor Nederland een krimp van 4,8 procent.

En dat is nog niet eens de hele heisa. Acht Duitstalige economische instituten brengen nu een advies aan de regering Merkel uit, en dat is nog pessimistischer volgens Die Zeit. De acht instituten komen op een krimp voor Duitsland van 6 procent, waar het IMF 5,6 procent voor dat land verwacht. En aangezien Nederland een economische provincie van Duitsland is – laten we er niet omheen draaien – kan het nieuws hier alleen maar slecht zijn.

Als het CBP in navolging van de Duitse instituten nog pessimistischer dan het IMF is dan zal het krimppercentage in Nederland dit jaar voor de komma met een 5 beginnen. En het is niet zo gek om dat te verwachten want het IMF denkt dat Nederland volgend jaar slechts 5 procent werklozen zal tellen, waar het CPB nu al aan 8 procent denkt. Waar moet dat heen als ze de krimpraming verhogen van 3,5 naar 5-komma-nog-wat?

Ja, wat gaat dit betekenen? Er komt in elk geval geen kabinetscrisis om de Joint Strike Fighter, daarvoor is er economisch teveel aan de hand. Ze bedenken wel een politieke formulering. Maar het zal nog meer moeten betekenen. In hoofdstuk 3 – From Recession to Recovery stelt het IMF letterlijk: ‘... expansionary fiscal policies seem particularly effective.’ Dit betekent niets anders dan dat de regering geld zal moeten uitgeven om de Nederlandse economie te stimuleren. En onmiddelijk zie ik het gezicht met zuinig mondje van minister Piet Hein Donner voor me. Het IMF tekent aan dat de effecten van fiscaal beleid geringer zijn als een overheid grote schulden heeft. Maar dat is in Nederland niet zo, dus dat hoeft geen beletsel te zijn. Het is niet anders, meneer Donner.

Het IMF stelt dat recessies die met een financiële crisis begonnen zijn en zich wereldwijd voordoen – wat allemaal nu het geval is –, ongewoon diep en langdurig zijn. Voor de meeste West-Europese landen wordt voor volgend jaar een werkloosheidspercentage met dubbele cijfers verwacht. Alleen Nederland zou er dan genadig afkomen met 5 procent, hierbij in gezelschap van landen als Noorwegen en Zwitserland. Tsja, kweenie. De regering kan wat mij betreft eigenlijk maar twee conclusies trekken: de boel bij elkaar houden en nergens kabinetscrisis over maken. En zodanig stimuleren dat dit ten goede komt aan de werkgelegenheid in Nederland. De rest is secundair.

dinsdag 21 april 2009

Verhagen had Genève niet moeten boycotten

Wat mij betreft waren het de Fransen die het slimste en moreel gezien het beste hebben gehandeld – zij liepen niet weg. Plaats van handeling: de beladen racismeconferentie van de Verenigde Naties in Genève, de follow-up van Durban 2001, in de marge waarvan Israël zo in de hoek werd gezet. Deze keer waren Amerika en negen andere landen, waaronder Nederland, weggebleven uit vrees voor doorlopende anti-Israël retoriek van Iran en de Arabische landen. Zo niet de Fransen. Hun minister van buitenlandse zaken Kouchner zei: “Een lege stoel laten ontstaan is makkelijk.”

Maar toen president Ahmadinejad van Iran zijn redevoering hield liep de Franse delegatie wel degelijk de zaal uit op het moment dat hij Israël een “racistisch” land noemde dat was ontstaan “onder voorwendsel van het joodse lijden” in de Tweede Wereldoorlog. Echter, Frankrijk liep niet weg van de conferentie. Dat was goed gekozen. “Als wij vertrekken is het de heer Ahmadinejad die wint”. En natuurlijk dachten de Fransen aan hun Arabische zakenrelaties. Zakelijk én moreel gezien hadden ze gelijk dat ze bleven.

Dat was heel wat anders dan onze minister van buitenlandse zaken Verhagen die boycotte omdat Israël “impliciet” en “als enige land in de beklaagdenbank” gezet zou worden. Impliciet vind ik nogal zwak klinken als argument om weg te blijven – we hebben maar één Verenigde Naties. En in deze tijden van globalisering hebben landen juist harder een forum nodig waar ze met elkaar in gesprek blijven. Volgens NRC Handelsblad lag Verhagens hoofdmotief om weg te blijven in een halfslachtige formulering over de vrijheid van meningsuiting. Het zou gaan om het verschil tusen ‘hoeksteen’ en ‘positieve rol’. Tsja, dat vind ik een nog dunnere reden om weg te blijven.

Ik vermoed dat Verhagen nog andere redenen had. Ik kan me bijvoorbeeld niet aan de indruk onttrekken dat hij momenteel aan een Geert-Wilders-obsessie lijdt. Net als zijn partijgenoot Camiel Eurlings. Wilders heeft onlangs al laten zien dat weglopen van een debat kan lonen, qua steun van het publiek. En Verhagen was natuurlijk doodsbenauwd dat hij grote Israël-vriend Wilders een kans voor open doel zou bieden om op zijn beleidsterrein punten te scoren. Dus maakte hij demonstratief een pro-Israël gebaar.

Verhagen lijkt me er ook de man niet naar om naar zo’n conferentie te gaan en stug op zijn strepen te gaan staan. Toch was dat wat mij betreft wat hij had moeten doen. Juist het eigenlijke onderwerp, racisme, vraagt er altijd om de ander nabij te blijven, en elkaars menselijkheid te zien. Maak desnoods ruzie; heb het uitgebreid over zijn tekortkomingen als hij over jouw tekortkomingen begint; scheld de ander uit. Argumenteer, bid, beveel, dreig, smeek. Maar loop nooit weg.

maandag 20 april 2009

Ondernemer goochelt met werk en privé

Het sympathiekste aan ondernemers vind ik dat het geen klagers zijn. Dat ze niet echt mopperen – hoe onnederlands goed! – was een van de bevindingen van een onderzoekje naar de scheiding tussen werk en privé bij ondernemers. Het periodiek De Zaak bracht hiermee, in samenwerking met ING Economisch Bureau, zichzelf weer eens onder de aandacht. De ondernemers klaagden niet – ik moest meteen aan gangsters in Amerikaanse maffiafilms denken: ‘This is the life we have chosen.’ Zo is het maar net – vrijheid, flexibele uren, van je werk je hobby maken. En dus was er niemand van ondersteboven dat ze met een gemiddelde van 55 uur in de week 13 uur meer maken dan de doorsnee werknemer, en minder vakantie hebben. Ik had meer dan die 55 uur verwacht.

Een bedrijf aan huis blijkt de scheiding tussen werk en privé moeilijker te maken. Lijkt me nogal logisch, als je buitenshuis werkt breng je alleen al daardoor een scheiding aan tussen werk en privé. Maar interessant bij de thuiswerkende ondernemers is natuurlijk wel dat ze zo meer tijd scheppen voor privé. En ook is er de bevinding dat de thuiswerkers ’s nachts minder vaak wakker liggen. Wat er vast mee te maken heeft dat ze minder vaak getroffen worden door de oude joodse vervloeking ‘ik wens je veel personeel toe’.

Het opvallendste vind ik de uitkomst dat de scheiding tussen werk en privé moeilijker wordt naarmate iemand langer ondernemer is. Ik heb zo het gevoel dat door alle aandacht voor het starten van een bedrijf er tegenwoordig meestal wel een aardig ondernemingsplan ligt, en er veel begrip bij de partner is; kortom, een redelijk helder beeld bij alle betrokkenen. In het begin. En het lijkt me dat als iemand langdurig ondernemer is er enig succes gebleken moet zijn. Maar het enthousiasme uit de begindagen is er dan niet meer. Bovendien vermoed ik dat iemand die langdurig ondernemer is minder heldere plannen op papier zet, in de veronderstelling dat hij dat door zijn ervaring en succes niet nodig heeft. Hij zet vaak pas weer wat goeds op papier als het moet, bijvoorbeeld om financiering van kapitaalverschaffers te krijgen. En bij zijn partner begint dan te dagen: het wordt niet beter, het is zoals het is. De ondernemer geeft dan vaak dat beetje extra tijd en energie wat hij nog over heeft, en waar hij geen helder plan voor heeft, aan het onderwerp waar hij veel van weet en waarmee hij succesvol is geweest: zijn werk, niet zijn partner.

Er werd helemaal niet op de economische crisis ingegaan. Maar dit onderwerp lijkt me nu van groot belang voor de balans tussen werk en privé. Grofweg heb je natuurlijk twee soorten reacties bij ondernemers. Voor de optimistische ondernemers geldt: nu is het tijd om aan te vallen. En voor de pessimisten geldt: nu is het om zoveel mogelijk op de kosten te bezuinigen. En wat betekent dit in de praktijk? Het lijkt mij dat de aanvallers nieuwe klanten en nieuwe markten proberen aan te boren. Dit betekent: meer tijd in de zaak. De verdedigers zullen op kosten proberen te besparen door bijvoorbeeld meer zelf te gaan doen. En wat betekent dit? Meer tijd in de zaak. De crisis betekent dus, volgens mij, dat alle ondernemers meer tijd in hun onderneming zullen steken, en dit zal ongetwijfeld gevolgen hebben voor de balans tussen werk en privé.