woensdag 29 juli 2009

32 kilometer zwemmen voor een vrouw

Bilal wil het Kanaal overzwemmen om bij zijn meisje te komen. Ik kijk met een tikkeltje ongeloof naar de Franse speelfilm Welcome. Het lijkt iets melodramatisch te hebben. Later leer ik dat in werkelijkheid meerdere vluchtelingen hebben geprobeerd om vanaf Calais het Kanaal over te zwemmen naar Engeland, dat in de onderlinge verhalen een soort Eldorado schijnt te zijn. Ja, ja, Margaret Thatcher heeft met haar ‘free market economy’ kennelijk een indrukwekkende erfenis nagelaten.

Regisseur Philippe Noiret, die heeft meegeschreven aan het scenario, heeft Welcome degelijk gedocumenteerd. Het begon ermee dat het tot hem doordrong dat Frankrijk met de situatie in Calais zijn eigen stukje Mexicaanse grens heeft. Daar moest een filmverhaal in zitten. Onderzoek ter plaatse met medescenarist Emmanuel Courcol maakte zacht gezegd nogal wat indruk. Wat Noiret het meest verbaasde was dat alle vluchtelingen nog zo jong waren, de oudste was nog geen vijfentwintig. Het was hier dat ze hoorden van de zwempogingen.

In de auto terug naar Parijs zwegen de mannen urenlang. Vervolgens werd het scenario geboren. Courcol: “Hij gaat in Calais naar het openbare zwembad om te trainen.” Noiret: “En hij ontmoet een badmeester.”

In de film is badmeester Simon een man die nogal bot kan zijn. Hij is vooral teleurgesteld in het leven. Ooit had hij zwemkampioen kunnen zijn, maar hij heeft de top niet gehaald. Nu slijt hij zijn dagen met het geven van zwemlessen en fitnesstraining in het openbare bad van Calais. Zijn vrouw Marion wil bij hem weg, tot zijn met niemand gedeelde verdriet. Marion is lerares Engels en doet vrijwilligerswerk voor de plaatselijke illegale vluchtelingen. Simon interesseert zich net als de meeste inwoners van Calais hoegenaamd niet voor deze mensen.

Op een dag krijgt hij te maken met een bezoeker die geen Frans kan, een beetje Engels en in het water alleen maar een veredelde hondjesslag. Maar de bezoeker die zich voorstelt als Bilal, is zeer gemotiveerd en betaalt vooruit. Simon ontdekt dat hij te maken heeft met een van die vluchtelingen. Wanneer Simon met tegenzin wat meer betrokken raakt in het leven van Bilal besluit hij hem toch een handje te helpen, vooral om indruk te maken op Marion.

En dan ontpopt Simon zich als een hedendaagse Franse versie van de ruwe bolster, à la de mannensoort die anderhalve eeuw geleden te paard rondreed bij de grens van Mexico en de VS. Acteur Vincent Lindon weet met zijn Simon een innemende combinatie neer te zetten van ruwheid en tederheid. Even vreesde ik dat we teveel richting melodrama gingen, maar badmeester Simon kent nu eenmaal een emotieregister dat klootzakkeriger en gevoeliger is dan we honderden nuchtere kilometers naar het noorden gewoon zijn.

Wat me trof was dat in de hele film zo goed geacteerd wordt. Vooral bij de acteurs die de vluchtelingen spelen moet dat moeilijk geweest zijn. Ze zijn allemaal amateurs, inclusief Bilal. Het lijkt me te wijzen op een gedegen aanpak, van documentatie tot opnames. En een beetje geluk.

Welcome gaat vooral over de relatie tussen twee mannen. Twee mannen die elk vanwege hun eigen versie van het menselijk tekort niet bij de vrouw kunnen komen waar ze om geven. Op allerlei manieren schuurt het verhaal langs de hedendaagse politieke, sociale en economische geschiedenis. Daarin is het persoonlijke als altijd politiek, maar de personages hebben zo hun drijfveren die niets met politiek te maken hebben.

(vanaf donderdag 30 juli in de bioscoop)
(Deze post is ook gepubliceerd op Sargasso)

maandag 27 juli 2009

The Philosophical Baby

"Children are unconsciously the most rational beings on earth, brilliantly drawing accurate conclusions from data, performing complex statistical analyses, and doing clever experiments." (Alison Gopnik, filosoof en ontwikkelingspsycholoog)

Dit zegt Alison Gopnik in haar nieuwe boek The Philosophical Baby – What Children's Minds Tell Us about Truth, Love, and the Meaning of Life. Mevrouw komt duidelijk niet uit het land van ‘doe maar gewoon’. Ook is het niet zo dat ze alleen maar een omgevallen boekenkast is. Haar bio vermeldt dat ze naast haar academische werk ook nog drie zoons heeft gebaard.

Volgens Gopnik levert de ontwikkelingspsychologie empirische bevestiging van wat jubelende ouders altijd al hebben geweten. Ze beschrijft hoe de verbeeldingskracht van kinderen hen helpt om een enorme massa kennis te vergaren in de eerste vijf jaar. Vervolgens verbeelden ze zich allerlei alternatieven over hoe de wereld in elkaar zou kunnen zitten. Veel kinderen worden hierbij geholpen door ‘denkbeeldige vrienden’. Ze leren hoe anderen in elkaar zitten en hoe ze zichzelf kunnen veranderen. En dan komt de claim van Gopnik: wat kinderen doen is eigenlijk hetzelfde als wat wetenschappers doen. Ze experimenteren en herkennen statistische patronen. En Gopnik gaat ver in haar beweringen over kinderen en verbeeldingskracht: “All the processes of change, imagination and learning, ultimately depend on love.”

Waar het bewustzijn van volwassenen gekenmerkt wordt door een focus op resultaten zijn kinderen nog heerlijk zonder focus. Zij beschikken in vergelijking met volwassenen meer over een ‘lantaarnbewustzijn’ dat levendiger is dan het bewustzijn van volwassenen. Zo’n lantaarn verlicht ook nog eens de omgeving van het onderwerp van de aandacht, wat het makkelijker maakt om veel meer mogelijkheden te zien. Gopnik vergelijkt het met wat volwassenen meemaken als ze voor het eerst in een ander land zijn, dan verliezen ze hun focus en raken ze ondergedompeld in een zee van indrukken.

Gopnik deinst er ook niet voor terug om meteen ook maar even filosofische implicaties mee te nemen, over kennis, het zelf, en de basis van de moraal. Een van de vele onderwerpen: zelfbesef komt relatief laat tot stand in de ontwikkeling van een kind. Zelfbesef is niet aangeboren, het is een resultaat dat verworven moet worden. Egoïsme dus ook?

Ouders opgelet: in een lezersrecensie op Amazon van Gopniks vorige boek beklaagt Clicker (een jonge vader?) zich. Hij had een how-to boek verwacht dat hem zou vertellen hoe hij zijn kind stap voor stap zou kunnen begeleiden in de eerste vijf jaar (richting Nobelprijs?). Zulke boeken schrijft Gopnik niet.

(Deze post is ook gepubliceerd als Zomerquote op Sargasso.nl)