zondag 16 augustus 2009

Buikje hip door recessie en Obama?

“What once seemed young and hot, for gay and straight men alike, now seems passé. Like manscaping, spray-on tans and other metrosexual affectations, having a belly one can bounce quarters off suggests that you may have too much time on your hands. It’s not cool to be seen spending so much time fussing around about your body.” (New York Times)

Wat nu? De verslaggevers van de Fashion & Style afdeling van de New York Times hebben altijd hun mode-antenne uitstaan. Deze zomer zien ze weliswaar dat New Yorkse mannen hetzelfde gekleed als vorige zomer met hun korte broek op knickers-lengte, Hanes T-shirt met V-hals, sneakers en rieten hoed. Maar wat bolt er op onder dat T-shirt? Ja, het is onmiskenbaar: een buikje.

De metroseksueel was al een tijdje uit verklaard. Maar dat vrolijk en onbezorgd rondlopen met een buikje is een omkering van wat decennia lang de norm was waar een beetje vent moeite voor deed – alles strak.

Het regent verklaringen. Zoals vroeger mensen hun best deden om er zo wit mogelijk uit te zien om maar te laten zien dat ze niet buiten op het land hoefden te sloven, zo zou een embonpoint onder je T-shirt aangeven dat je geen enkele moeite hebt om de huur of de hypotheek op te brengen.

Bovendien zou het vrolijke buikje een hint geven van een vrije geest die in dat onstrakke lichaam huist. Overal mogen er sportscholen zijn, inmiddels mogen er meer vrouwen aan het werk zijn dan mannen (in Amerika), meneer buik zit nergens mee.

En dan die vent die tegenwoordig in het Witte Huis woont. Gewoon mager! Was de president een sloddervos met bierbuik geweest dan was het natuurlijk een andere zaak. Maar hipsters allertijden willen nu eenmaal altijd een ander voorkomen hebben dan de grote vader die in het Witte Huis woont.

(Deze post is ook gepubliceerd op Sargasso)

Away We Go met Verona en Burt

Verona en Burt zijn een stel dertigers die leven alsof ze nog steeds studenten zijn. Als blijkt dat Verona zwanger is moeten ze samen over een drempel in het leven. Omdat ze allebei een beroep uitoefenen waarmee ze niet aan een bepaalde plaats gebonden zijn, kunnen ze makkelijk de plek kiezen waar ze hun kind op laten groeien. Ze maken een reisje langs familie en vrienden in Amerika en Canada. Away We Go is niet zozeer een roadmovie als wel een ‘home-testingmovie’ met grapjes en een beetje pijn.

Burt doet de eerste waarneming die op zwangerschap wijst: het geslachtsorgaan van Verona smaakt anders dan anders. Het is de openingscène waarin we kennismaken met een aardig en intelligent stel, dat met elkaar praat en echt naar elkaar luistert. Maar Verona vraagt zich af of ze een stelletje losers zijn. Burt vindt van niet. Waarop Verona wijst op een concreet punt: een raam van bordkarton.

Als ze bij Burts ouders gaan eten, die in de buurt wonen, komen ze voor een onaangename verrassing te staan. De ouders zijn op het eerste gezicht een lief oud stel dat een eigen giechelspraakje heeft ontwikkeld. Maar schijn bedriegt, ze kiezen voor zichzelf: vlak voordat het kleinkind geboren wordt verhuizen voor een paar jaartjes naar België – hadden ze altijd al van gedroomd. En dat Burt en Verona zo lang in hun huis kunnen blijkt er ook al niet in te zitten – verhuurd, aan mensen die geld in het laatje brengen en op tijd weer op zullen rotten, denk ik er dan bij.

Maar onze twee hoofdpersonen gaan niet bij de pakken neerzitten en maken een reis om een plek te vinden waar ze zich kunnen settelen. Hier moet ik vermelden dat ik bij deze film die mij zo aangenaam verraste, nog een tweede keer verrast werd. A.O. Scott van The New York Times, met wie ik niet gewend ben van mening te verschillen, schreef: ‘This movie does not like you.’ Hier begreep ik nu helemaal niets van. Hmm, de film nog een keer afgedraaid, en gepeinsd. Het punt is: Scott verwijt de twee dat ze vanuit superieure hoogte neerkijken op de rest van de mensheid. Zo is het niet, vind ik, we zien gewoon twee mensen die op zoek zijn maar geen enkel stel ouders aantreffen dat werkelijk slaagt in de opvoeding. Dit ligt niet aan Burt en Verona (en hun geestelijke ouders, filmmaker Sam Mendes en scenarioschrijvers Dave Eggers – ja, van de romans – en Vendela Vida) maar aan de wereld die ze aantreffen.

Ook wordt er bij nader inzien nog iets duidelijk: het falen van moeders is veel pijnlijker dan dat van vaders. Om de eenvoudige reden dat moeders in een gezin met opgroeiende kinderen altijd een veel belangrijkere rol hebben gespeeld. Je ziet het in de film aan de groteske en komische karikaturen van de grofgebekte Lily, ex-baas van Verona, en hyper-alternatieve LN – vroeger Ellen (een hilarische Maggie Gyllenhaal). En aan de moeder die een Derde Wereldklas aan kinderen heeft binnengehaald waarmee ze wanhopig gelukkig is (maar zelf geen kinderen kan krijgen omdat ze te laat begonnen is).

Ik denk niet dat de schrijvers een cultuurfilosofisch punt hebben willen maken. Ze hebben gewoon situaties geschapen die getrouw zijn aan het leven dat ze kennen, met geestige en soms een beetje pijnlijke dialogen. En we zien twee gewone en innemende mensen die voor het leven kiezen. Temidden van alle superhelden, chicklit meisjes, seriemoordenaars en historische figuren met bloed aan de handen vallen ze me toch vooral in positieve zin op.

(Deze post ik ook gepubliceerd op Sargasso)