woensdag 25 maart 2009

Gamen naar de bibliotheek van alles

Tot nu toe willen mannen op internet alleen maar betalen voor één ding. Maar we naderen met rasse schreden het moment dat mannen er voor tenminste twee dingen zullen willen betalen. Dat tweede ding heet een revolutie in gamen te zijn. Het nieuwe bedrijf OnLive claimt met een vinding gekomen te zijn waardoor het mogelijk wordt om razendsnelle games te spelen op eenvoudige pc’s en tv’s. Als dit waar is gaan de firma’s Sony, Microsoft en Nintendo het op zijn minst erg moeilijk krijgen met hun gamecomputers. Maar áls dit waar is dan is er volgens mij nog veel meer aan de hand.

Wat brengt OnLive nu precies? Wel, games zijn de moeilijkste applicatie die consumenten gebruiken. En gamecomputers zijn nodig omdat games nogal wat rekenkracht vereisen. OnLive claimt dat dat rekenwerk op de gamecomputer niet meer nodig is maar kan verlopen via centrale computers (servers). Het enige wat je nodig hebt is een breedband internetverbinding. En wat OnLive te bieden heeft is een algoritme (in feite gewoon een procedure om een probleem op te lossen). En dit algoritme zorgt voor datacompressie (alles wordt in handige kleine pakketjes verpakt), zodat je vanuit je huis razendsnel interactief kunt gamen.

Je drukt in je luie stoel op de muisknop om bijvoorbeeld te schieten; er gaat een seintje naar de centrale server; die input wordt verwerkt; er gaat een sein terug; en op je scherm zie je wat je schoten hebben aangericht. Daarbij is de verbinding zo snel dat je een real time illusie ervaart. Gewoon met je tv (met meegeleverd kastje) of je eenvoudige pc. Dit is waar de belofte van het algoritme van OnLive op neerkomt.

Wie is OnLive-oprichter Steve Perlman eigenlijk? Perlman is een oudgediende in de Amerikaanse ict-wereld. Hij zat vroeger bij Apple als ‘principal scientist’ (dus niet de eerste de beste). Ook was hij medeoprichter van WebTV dat halverwege de jaren negentig voor zo’n 500 miljoen dollar aan Microsoft werd verkocht.

Dat OnLive in essentie een algoritme te bieden heeft wijst ook nog ergens anders op: alle benodigde infrastructuur is er al. Wat de eindconsument nodig heeft is een pc of een tv, een toetsenbord, een pc-muis, een joystick eventueel. En natuurlijk breedband, en dat is het verder wel. Breedband is op dit moment aanwezig in zo’n 80 procent van de Nederlandse huishoudens. Aan de kant van de aanbieder zijn er een stel servers nodig van het soort dat al bestaat. Dus dat is ook geen probleem.

Nog nodig was verbeeldingskracht, en een algoritme dat die verbeeldingskracht gestalte geeft in een uitvoerbare procedure (natuurlijk verwoord in een computertaal). En bovendien een bedrijf dat het allemaal gaat regelen, maar dat is geen probleem als er een consument is die bereid is om te betalen. En daar komt het feit om de hoek kijken dat gamen het tweede ding op internet is waarvoor mannen bereid zijn de portemonnee te trekken. Perlman claimt dat het een stuk goedkoper zal worden dan wat gamers nu kwijt zijn. Precieze bedragen zijn nog niet bekend.

Laten we aannemen dat het van het najaar allemaal werkelijk gaat beginnen. Volgens mij is de betekenis hiervan dat als het met gamen mogelijk is dan zal al het andere een fluitje van een cent zijn. Als je een specifieke game kunt spelen dan kun je ook een specifieke speelfilm op een specifieke plek bekijken. Waarbij je ‘m niet volledig hoeft te downloaden (dat zou investeerder Warner Brothers wel zo fijn vinden), maar toch op de pauzeknop kunt drukken als je naar de wc moet. En consumenten zullen uiteindelijk alles in één pakket willen, aan welke wens bedrijven ook zullen voldoen.

Dit algoritme is, terwijl alle benodigde hardware al aanwezig is, nou net het verbindingsstreepje dat we nodig hadden. Zo wordt namelijk iedereen voor een schappelijk bedrag lid van de bibliotheek van alles. En in de bibliotheek van alles kun je altijd overal in een oogwenk bij. Gamen, tv, je rekeningen betalen, je mails, een blog, verder gamen, een potentiële date, een stukje muziek – allemaal op dat grote scherm op je huiskamermuur. Maar als je huiskamer de goedkope bibliotheek van alles is geworden dan heeft dat gevolgen voor diverse nu bestaande businessmodellen. Een voorbeeld: jaarabonnement op de Volkskrant voor 271,90 euro? Wat een mallerds, hoe komen ze d’r bij?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten