vrijdag 15 mei 2009

Paniek voorkomen door niets te doen aan crisis?

Goed op koers. Dit was de kenschets van twee lefgozers die vandaag een persconferentie gaven over de prestaties van het kabinet en de toestand van de economie. Balkenende en Bos waren gezamenlijk opgedraafd, en gaven elkaar en zichzelf een verbaal schouderklopje, en probeerden de burger moed in te praten. Maar waarom vonden ze het überhaupt nodig om samen de jaarverslagen van het kabinet te komen presenteren? Is dat een traditie of zo?

Het leek allemaal meer met het slechte economische nieuws te maken te hebben. De krimp van de economie is nog veel slechter dan verwacht. Nog niet eens zo lang geleden sprak het Centraal Planbureau van 3,5 procent krimp en was dat reden om in allerijl het regeerakkoord om te gooien en vakbonden en werkgevers erbij te halen. Onder economen werd iets van 3 procent krimp in het eerste kwartaal verwacht. Maar nu bleek het nog veel slechtere nieuws dat er 4,5 procent krimp in het eerste kwartaal was, waarbij het kabinet notabene voor het hele jaar een nog grotere krimp van 4,8 procent verwacht. En toch was dit geen aanleiding om de zaken opnieuw te bezien.

Het leek er meer op dat ze hadden bedacht dat het nu wel een goed moment is om zich vooral samen te vertonen en iedereen eraan te herinneren hoe goed het kabinet het wel niet doet. Als je echt goed op koers ligt heb je zoiets niet eens nodig. Waarschijnlijk vonden ze dat het geen zin heeft om te vertellen dat het nog veel slechter gaat dan gedacht. Maar dat lijkt me toch een onderschatting van de burgers.

En het nieuws waar de rest van de wereld nog veel meer van geschrokken is is dat Duitsland een krimp sinds vorig jaar van 6,7 procent meemaakt, en sinds het vorige kwartaal van 3,8 procent. Het grootste en belangrijkste land van de eurozone, en Nederlands belangrijkste exportklant, doet het 't allerslechtste van alle eurolanden. Terwijl het Internationale Monetaire Fonds nog niet eens zo lang geleden 5,6 procent krimp voor Duitsland in gedachten had, en dat werd toen al heel erg gevonden. Dit kan niet anders dan betekenen dat exportland Nederland het volgende kwartaal nog verder achteruit zal boeren.

We hebben in Nederland nu al te maken met een exportrecessie en een investeringsrecessie (allebei met meer dan 10 procent ingezakt). De consument – in vrijwel elk huishouden wordt het slechte nieuws nu via internet gevolgd – kwam niet eens achter de exportrecessie aan, maar begon zo’n beetje gelijktijdig de hand op de knip te houden, wat tot een bestedingsrecessie leidt. Nou, dit kan je op je vingers natellen: Duitsland, alle export, de investeringen, de bestedingen, dan moet daar wel werkoosheid achteraan komen. Bedenk daarbij dat het CPB, toen het zei dat de economie met 3,5 procent zal krimpen, voor volgend jaar een werkloosheid van 8 à 9 procent verwachtte, wat een verdubbeling van het huidige percentage is.

Misschien is dit het moment dat de economische crisis pas echt begint in Europa. In Amerika en Engeland heeft de recessie al veel langer en veel harder toegslagen, vooral in de beleving van gewone mensen. Via de huizenprijzen en de werkloosheid. Je kan op je vingers natellen dat als Nederlanders in hun omgeving verhalen over werkloosheid horen ze nog meer de hand op de knip gaan houden.

Dit alles betekent dat een impuls voor de economie maar van één kant kan komen: de overheid, met stimuleringbeleid. Maar Balkenende en Bos zagen geen reden om de zaak nu te heroverwegen. Heel flink zeiden ze: ‘We moeten oppassen niet per twee weken te veranderen.’ Welnu heren, het volgende kwartaalbericht van het CBS komt over drie maanden, halverwege augustus, een paar weken voor Prinsjesdag, troonrede en miljoenennota. Wie weet bedoelden ze: we gaan het dan ín twee weken regelen.

donderdag 14 mei 2009

Obama toont gehaaide kant bij martelfoto's

President Obama begint er steeds gehaaider uit te zien. Zijn beslissing om publicatie van nog meer foto’s van martelingen en mishandelingen door Amerikaanse militairen tegen te gaan is nogal abrupt. In eerste instantie is het verbazingwekkend. Hij is Abu Ghraib toch niet vergeten? Dit lijkt in te gaan tegen mooie dingen waar hij geacht werd voor te zijn – dat de politiek in alle openheid verantwoording aflegt tegenover de burgers. Door als Amerikaanse regering foto’s met martelingen door Amerikaanse soldaten vrij te geven voor de eigen burgers, voor de hele wereld. Hebben jullie het wel gezien, wij hebben niets meer te verbergen?

Maar nu liggen de zaken kennelijk anders. Obama beroept zich op zijn generaals die hem zijn komen waarschuwen dat hij met de publicatie zijn eigen soldaten in Irak en Afghanistan in gevaar zou brengen. In de komende, in beide landen cruciale maanden zou het het een golf van weerzin tegen Amerikaanse soldaten oproepen. Dit kunnen ze absoluut niet gebruiken. Hier lijkt me wel wat in te zitten. De ACLU, de juridische burgerrechtenorganisatie die het iniatief nam tot vrijgeven van de foto’s, wijst dit van de hand. Het waren niet de foto’s, het waren de martelingen die er steeds weer voor zorgden dat er nieuwe terroristen bij kwamen. Obama wees er daarom nogmaals op dat hij martelingen absoluut van de hand wijst en de dienovereenkomstige instructies heeft afgegeven. En ik denk dat mensen in Irak en Afghanistan toch bozer worden van foto’s dan van het nieuws dat Obama foto’s achterhoudt.

Oké, dat is het buitenland waar Amerikaanse soldaten vechten. Hoe zit het in Amerika zelf? Volgens mij denkt geen Amerikaan – Obama zelf ook niet – dat de foto’s lange tijd geheim zullen blijven. Bij de gemiddelde Amerikaanse burger is het nieuws goed gevallen. ‘Zo steunt hij onze jongens, en over een tijdje zijn we daar toch weg.’ En de Republikeinse oppositie heeft hem voor deze beslissing geprezen. Maar dan wel als cowboys met kiespijn, want zo maait Obama ze helemaal het patriottische gras voor de voeten weg.

Wat er ook gebeurt, Obama heeft zichzelf hiermee op een ijzersterke positie in het midden van de politiek gepositioneerd. Ter rechterzijde heb je radioredenaar Rush Limbaugh en Dick Cheney die zich steeds met rabiate teksten tegen Obama afzetten. En ter linkerzijde de ACLU en mensenrechtenorganisaties. De gemiddelde Amerikaan zal zeggen: ‘Sounds about right.’

Het ACLU zal nu met zijn klacht op het Hooggerechtshof afstappen. Obama heeft natuurlijk al lang uitgerekend dat gezien de politieke voorkeuren het hof met 6-3 of 5-4 in zijn voordeel zal beslissen. En mocht het geval zich voordoen dat de hoogste rechters de ACLU gelijk geven op grond van de juridische merites van de zaak – dat zou wat zijn: Obama links gepasseerd door Supreme Court. Wel, dan heeft Obama aan de troepen en het volk laten zien waar hij staat, en wat hij ook moet doen, hij zal er waarschijnlijk niet minder populair van worden. Ondertussen staan de Republikeinen zich dan in een hoekje te verbijten.

Maar deugt het ook wat Obama aan het doen is? Naar mijn gevoel is dat nog niet duidelijk. Later zal blijken of hij zijn hand ergens in het eerste jaar begon te overspelen. Of de mensen zullen zich gniffelend herinneren dat hij soms met gehaaide manoeuvres het grotere goed dichterbij bracht voor de burgers.

woensdag 13 mei 2009

Degelijke puzzeltocht in Angels & Demons

De gouden regel voor het vertellen van verhalen in speelfilms en romans is dat je moet tonen en nooit moet uitleggen. Zo leeft de lezer / kijker maximaal mee. Schrijver Dan Brown lijkt daar steeds bewust van af te wijken. En zoals The Da Vinci Code en Angels & Demons (Het Bernini Mysterie) hebben laten zien, met groot succes. Hoofdpersoon professor Robert Langdon is een wandelende boekenkast, hij legt voortdurend van alles uit.

Evenwel, bij die uitleg gaat het er niet om dat iemand er ook maar iets van onthoudt, hoewel alle genoemde feiten natuurlijk gedegen worden gedocumenteerd. In werkelijkheid is het een verteltruc. Een verteltruc die enige allure aan de verhalen geeft en meestal een bijdrage levert aan het oplossen van de puzzel ter plaatse. Puzzel is ook een Dan Brown-woord. Met een simpel detectiveverhaal kan tegenwoordig niemand meer aankomen. Brown heeft zijn eigen niche in de markt: de basis is natuurlijk gewoon een detectiveverhaal met een aantrekkelijke man en een vrouw. Maar daar komt een drietrapsraket bovenop – puzzeltocht, toeristische rondleiding en als toegift een wetenschappelijke dressing. En met een beetje geluk wordt er ook nog iemand boos, bijvoorbeeld het complete Vaticaan.

Bij de verfilming van Angels & Demons – Het Bernini Mysterie lijkt filmregisseur Ron Howard de zaken wat serieuzer aangepakt te hebben. Misschien vond hij dat de verfilming van The Da Vinci Code ietwat ordinair had uitgepakt. Het beste wordt dit geïllustreerd door de haardracht van Tom Hanks. Zag het kapsel er eerst nogal flitsend uit voor een professor met al die nozemlengte in de nek, bij Angels & Demons is het kapsel korter en oogt het gedegen.

Bovendien heeft Howard het tempo net een tandje teruggedraaid. In The Da Vinci Code flitsten de puzzeltocht en toeristische rondleiding voorbij. In Angels & Demons krijgt de kijker korte momentjes de gelegenheid om even adem te halen of iets anders voor zichzelf te doen. Verder lijken de makers besloten te hebben om ook wat aardigs over de katholieke kerk te zeggen. Over Angels & Demons hoeft het Vaticaan zich in het geheel niet druk te maken.

Maar toch was het saai dat ik het gevoel kreeg naar twee hoofdpersonen te kijken die nooit aan seks deden. Ik kan me voorstellen dat vrouwelijke kijkers iets gaan zitten bedenken in de trant van: vind ik die Hanks nou wel of niet een aantrekkelijke vent? Te oordelen naar Hanks’ gezicht vindt hij zichzelf nogal onaantrekkelijk. Hoofdrolspeelster Ayelet Zurer deed haar best om een intelligente vrouw neer te zetten die niet wil verleiden maar serieus genomen wil worden. Maar ja, ik merkte bij mezelf dat ik haar huid ging zitten bestuderen: slechte huid, wie weet heeft ze veel voorouders die lang in de zon hebben gewerkt, was één van mijn gedachten. Dat kan niet de bedoeling geweest zijn van deze overigens degelijke puzzeltocht. Misschien toch iets teveel uitleg en wat te weinig kiss, kiss, bang!, bang!

(vanaf donderdag in 129 bioscopen)

dinsdag 12 mei 2009

Geest is uit de fles bij rookverbod kleine cafés

Tsja. En toen was er de uitspraak van de rechter in Den Bosch dat het rookverbod niet geldt voor kleine cafés – die met maar één ruimte voor bezoekers, of zonder personeel. Natuurlijk, de minister wacht nog op de uitspraak in een zaak tegen een Groningse kroeg op 29 mei, en het rookverbod geldt officieel nog steeds. En het is te vroeg om de juridische betekenis van dit vonnis te beoordelen. Maar ik weet het wel: de geest is, eh, uit de fles.

De kleine cafés hebben bij het gerechtshof gewonnen. Nu blijven ze doorgaan. Waarom zouden ze de strijd ooit nog opgeven? Elke kleine caféhouder had al het gevoel met de rug tegen de muur te staan. Als hij de strijd opgeeft gaat hij vroeg of laat failliet. De economische crisis heeft dit alleen maar duidelijker gemaakt.

Krijgen ze een uitzonderingspositie van de minister – onwaarschijnlijk – dan gaan ze op de gewone manier door met hun bedrijf. Krijgen ze ongelijk dan stappen ze naar de hoogste rechter die maar mogelijk is. Als ze ‘onmogelijk’ of ‘niet gelijk’ te horen krijgen blijven ze massaal het verbod overtreden. Een gezamenlijke boetepot, landelijk, kan een hele tijd mee. Bovendien kunnen sympathisanten doneren. Als alle wettelijke mogelijkheden zijn uitgeput gaan ze werken aan een gedoogbeleid. Want als ze stoppen gaan ze een keer failliet. Waarom zouden ze stoppen?

Maar dan is de beurt aan de grote cafés. Waarom de kleine wel en de grote niet? Zou het bijvoorbeeld mogelijk zijn om rookvrije ruimtes af te schaffen bij grote cafés zodat ze meer gelijk worden aan kleine cafés? Zouden grote cafés ook cafés kunnen worden met maar één ruimte? Niet? Dan voelen ze zich ongelijk behandeld. En dan trekken de niet-rokers aan de bel: ho, ho, wij zijn er ook nog! Kortom, na dit vonnis is het een zaak geworden waarin altijd wel een partij zich benadeeld zal voelen. Het lijkt een hoofdpijndossier te worden dat maar door blijft zeuren.

Wat nu? De zonde is nooit helemaal uit te drijven. Daar kunnen we veilig van uit gaan. En bij de kleine cafés heb je in negen van de tien gevallen een café waar mensen toch blijven roken, of helemaal geen café. Dan moet er maar een gedoogbeleid komen. Er moeten toch plekken blijven waar mensen samen onverstandige dingen kunnen doen? Waar anders moet die ongeduldige mevrouw teveel roken om haar zenuwen de baas te blijven en te veel drinken om onverstandig genoeg te worden om met die schuchtere meneer in hetzelfde bed te belanden?

maandag 11 mei 2009

Ontstond de beschaving dan toch in de keuken?

Zijn onze voorouders 1,8 miljoen jaar geleden rechtop gaan lopen omdat ze gekookt voedsel gingen eten? En is vervolgens de menselijke beschaving begonnen rondom de bijbehorende vuurplaatsen? Het zijn controversiële vragen, want het heersende denken onder antropologen is dat het vervaardigen van gereedschap en het eten van (rauw) vlees de omstandigheden hebben geschapen voor de opkomst van de mensheid. Bovendien zijn er geen harde bewijzen dat er 1,8 miljoen jaar geleden al vuurplaatsen waren waar onze voorouders het vuur manipuleerden om hun voedsel beter verteerbaar te maken.

De man achter de controversiële denkbeelden heet Richard Wrangham, hoogleraar in de biologische antropologie (Harvard University). Vandaag is van hem het boek ‘Koken – over de oorsprong van de mens’ uitgekomen. Het origineel ‘Catching Fire: How Cooking Made Us Human’ komt later deze maand in Amerika uit. In een interview met de New York Times vertelde Wrangham dat zijn denkbeelden over de mens begonnen met de studie van chimpansees. Hij was een leerling van de beroemde chimpansee-bestudeerder Jane Goodall.

Als jonge student wilde Wrangham het liefste helemaal met zijn studieobjecten meedoen, wat Goodall alleen toestond als hij een broekje aanhield. Aap onder de apen zijn is nooit helemaal gelukt, maar zijn pogingen daartoe hebben wel belangrijke inzichten opgeleverd die onder andere tot Catching Fire hebben geleid. Wrangham leerde onder meer dat chimpansees in het wild enorm hard moeten werken om aan voedsel te komen, wat tot een dieet leidt dat vanuit menselijk standpunt nog niet erg indrukwekkend is. Als een chimpansee in het wild een aantal rijpe vruchten vindt is het een uur lang feest. Het vinden en consumeren van voedsel is voor hem een complete dagtaak.

Nu weten we dat de grootste evolutionaire sprong bij het ontstaan van de mens zich zo’n 1,8 miljoen jaar geleden heeft voorgedaan. Onze onmiddellijke voorouders kregen een kleinere maag, kleinere gebitten en grotere hersens. In samenhang met de kleinere maag kregen ze een slanker lichaam dat ze in staat stelde om rechtop te lopen – homo erectus. Wrangham beweert, in strijd met de heersende visie, dat er een directe samenhang met koken bestaat. Homo erectus kon volgens hem alleen maar ontstaan doordat hij gekookt voedsel tot zich ging nemen.

Door met vuur te werken kreeg homo erectus meer, voedzamer, diverser, zachter en veiliger voedsel. Door de beschikking over al dat rijke voedsel begon seksueel dimorfisme af te nemen – de vrouwtjes begonnen nu bijna net zo groot te worden als de mannetjes. Als gevolg van het eten van gekookt voedsel ontwikkelden zich langzamerhand kleinere magen en gebitten en kon een rechtop lopend wezen ontstaan. Toen de vuurplaatsen en de bereiding van voedsel zo belangrijk werden veranderde het hele sociale leven. Want wanneer je rondtrekt op zoek naar noten en vruchten, op de manier van de chimpansees, en bijvoorbeeld ruzie krijgt kun je gemakkelijk weglopen. Maar weglopen van een vuurplaats met gekookt voedsel had veel grotere consequenties, aldus Wrangham. Homo erectus moest dus, jawel, beschaafder worden. Niet aardig geweest? Dan vanavond geen eten en geen seks.

De denkbeelden van Wrangham klinken mij plausibel in de oren. Het enige zwakke punt is het bewijs van de bewuste omgang met vuur 1,8 miljoen jaar geleden. Je zou kunnen reageren van: prachtige theorie, maar vind eerst maar eens zo’n vuurplaats van zo lang geleden. Toch waren de reacties van de hoeders van de gevestigde meningen in de wetenschap veel heetgebakerder. Wrangham zou geen wetenschap bedrijven maar hooguit aardige verhaaltjes vertellen. En er zouden keiharde bewijzen zijn dat koken niet ouder is dan 300.000 jaar. In de heersende visie betekent dat dus dat onze voorouders zo’n anderhalf miljoen jaar rechtop liepen met hun kleine magen en gebitten, werktuigen vervaardigden, dieren stroopten om het vlees rauw op te eten, wellicht nadat ze het met hun werktuigen wat malser hadden gemaakt, vonken zagen als steen tegen steen ketste, savannebranden bekeken, maar nooit op het idee kwamen om zelf een vuurtje te maken en daar wat vlees en knollen boven te houden.

(Deze post is ook gepubliceerd op Sargasso.nl)