President Obama begint er steeds gehaaider uit te zien. Zijn beslissing om publicatie van nog meer foto’s van martelingen en mishandelingen door Amerikaanse militairen tegen te gaan is nogal abrupt. In eerste instantie is het verbazingwekkend. Hij is Abu Ghraib toch niet vergeten? Dit lijkt in te gaan tegen mooie dingen waar hij geacht werd voor te zijn – dat de politiek in alle openheid verantwoording aflegt tegenover de burgers. Door als Amerikaanse regering foto’s met martelingen door Amerikaanse soldaten vrij te geven voor de eigen burgers, voor de hele wereld. Hebben jullie het wel gezien, wij hebben niets meer te verbergen?
Maar nu liggen de zaken kennelijk anders. Obama beroept zich op zijn generaals die hem zijn komen waarschuwen dat hij met de publicatie zijn eigen soldaten in Irak en Afghanistan in gevaar zou brengen. In de komende, in beide landen cruciale maanden zou het het een golf van weerzin tegen Amerikaanse soldaten oproepen. Dit kunnen ze absoluut niet gebruiken. Hier lijkt me wel wat in te zitten. De ACLU, de juridische burgerrechtenorganisatie die het iniatief nam tot vrijgeven van de foto’s, wijst dit van de hand. Het waren niet de foto’s, het waren de martelingen die er steeds weer voor zorgden dat er nieuwe terroristen bij kwamen. Obama wees er daarom nogmaals op dat hij martelingen absoluut van de hand wijst en de dienovereenkomstige instructies heeft afgegeven. En ik denk dat mensen in Irak en Afghanistan toch bozer worden van foto’s dan van het nieuws dat Obama foto’s achterhoudt.
Oké, dat is het buitenland waar Amerikaanse soldaten vechten. Hoe zit het in Amerika zelf? Volgens mij denkt geen Amerikaan – Obama zelf ook niet – dat de foto’s lange tijd geheim zullen blijven. Bij de gemiddelde Amerikaanse burger is het nieuws goed gevallen. ‘Zo steunt hij onze jongens, en over een tijdje zijn we daar toch weg.’ En de Republikeinse oppositie heeft hem voor deze beslissing geprezen. Maar dan wel als cowboys met kiespijn, want zo maait Obama ze helemaal het patriottische gras voor de voeten weg.
Wat er ook gebeurt, Obama heeft zichzelf hiermee op een ijzersterke positie in het midden van de politiek gepositioneerd. Ter rechterzijde heb je radioredenaar Rush Limbaugh en Dick Cheney die zich steeds met rabiate teksten tegen Obama afzetten. En ter linkerzijde de ACLU en mensenrechtenorganisaties. De gemiddelde Amerikaan zal zeggen: ‘Sounds about right.’
Het ACLU zal nu met zijn klacht op het Hooggerechtshof afstappen. Obama heeft natuurlijk al lang uitgerekend dat gezien de politieke voorkeuren het hof met 6-3 of 5-4 in zijn voordeel zal beslissen. En mocht het geval zich voordoen dat de hoogste rechters de ACLU gelijk geven op grond van de juridische merites van de zaak – dat zou wat zijn: Obama links gepasseerd door Supreme Court. Wel, dan heeft Obama aan de troepen en het volk laten zien waar hij staat, en wat hij ook moet doen, hij zal er waarschijnlijk niet minder populair van worden. Ondertussen staan de Republikeinen zich dan in een hoekje te verbijten.
Maar deugt het ook wat Obama aan het doen is? Naar mijn gevoel is dat nog niet duidelijk. Later zal blijken of hij zijn hand ergens in het eerste jaar begon te overspelen. Of de mensen zullen zich gniffelend herinneren dat hij soms met gehaaide manoeuvres het grotere goed dichterbij bracht voor de burgers.
donderdag 14 mei 2009
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten