Tsja. En toen was er de uitspraak van de rechter in Den Bosch dat het rookverbod niet geldt voor kleine cafés – die met maar één ruimte voor bezoekers, of zonder personeel. Natuurlijk, de minister wacht nog op de uitspraak in een zaak tegen een Groningse kroeg op 29 mei, en het rookverbod geldt officieel nog steeds. En het is te vroeg om de juridische betekenis van dit vonnis te beoordelen. Maar ik weet het wel: de geest is, eh, uit de fles.
De kleine cafés hebben bij het gerechtshof gewonnen. Nu blijven ze doorgaan. Waarom zouden ze de strijd ooit nog opgeven? Elke kleine caféhouder had al het gevoel met de rug tegen de muur te staan. Als hij de strijd opgeeft gaat hij vroeg of laat failliet. De economische crisis heeft dit alleen maar duidelijker gemaakt.
Krijgen ze een uitzonderingspositie van de minister – onwaarschijnlijk – dan gaan ze op de gewone manier door met hun bedrijf. Krijgen ze ongelijk dan stappen ze naar de hoogste rechter die maar mogelijk is. Als ze ‘onmogelijk’ of ‘niet gelijk’ te horen krijgen blijven ze massaal het verbod overtreden. Een gezamenlijke boetepot, landelijk, kan een hele tijd mee. Bovendien kunnen sympathisanten doneren. Als alle wettelijke mogelijkheden zijn uitgeput gaan ze werken aan een gedoogbeleid. Want als ze stoppen gaan ze een keer failliet. Waarom zouden ze stoppen?
Maar dan is de beurt aan de grote cafés. Waarom de kleine wel en de grote niet? Zou het bijvoorbeeld mogelijk zijn om rookvrije ruimtes af te schaffen bij grote cafés zodat ze meer gelijk worden aan kleine cafés? Zouden grote cafés ook cafés kunnen worden met maar één ruimte? Niet? Dan voelen ze zich ongelijk behandeld. En dan trekken de niet-rokers aan de bel: ho, ho, wij zijn er ook nog! Kortom, na dit vonnis is het een zaak geworden waarin altijd wel een partij zich benadeeld zal voelen. Het lijkt een hoofdpijndossier te worden dat maar door blijft zeuren.
Wat nu? De zonde is nooit helemaal uit te drijven. Daar kunnen we veilig van uit gaan. En bij de kleine cafés heb je in negen van de tien gevallen een café waar mensen toch blijven roken, of helemaal geen café. Dan moet er maar een gedoogbeleid komen. Er moeten toch plekken blijven waar mensen samen onverstandige dingen kunnen doen? Waar anders moet die ongeduldige mevrouw teveel roken om haar zenuwen de baas te blijven en te veel drinken om onverstandig genoeg te worden om met die schuchtere meneer in hetzelfde bed te belanden?
dinsdag 12 mei 2009
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten