‘Iedereen houdt van de hertogin van Devonshire, behalve haar echtgenoot’, schreven de Engelse kranten eind achttiende eeuw. In de film The Duchess worden deze woorden in de mond van een figurant gelegd. Georgiana (Keira Knightley) was de Diana van haar tijd – uitgehuwelijkt aan een rijke, machtige en ongelooflijk saaie man, die vooral in zijn honden geïnteresseerd was. En net als haar nazaat uit de twintigste eeuw was de hertogin een trendsetter bij ‘all things fashionable’.
Op haar zeventiende werd ze uitgehuwelijkt aan de vijfde hertog van Devonshire met eigenlijk maar één taak: zorgen voor een zesde hertog (m, niet v). Haar moeder verzekert haar dat de hertog (Ralph Fiennes, die grootmeester van de gekwelde gelaatsuitdrukking) natuurlijk van haar zal houden. En ze verwacht net zo’n man als haar vader: onder een stugge buitenkant een betrokken levensgezel. Maar de hertog spreekt niet eens met haar: in zijn ogen is praten met je vrouw een bijzaak die geen onderdeel van de deal uitmaakt.
Georgiana sluit vriendschap met Elizabeth, een vrouw wiens kinderen door haar man zijn afgepakt. Om haar nieuwe vriendin uit de financiële nood te helpen, laat ze haar inwonen in hun enorme huis. Maar op een dag merkt ze dat de hertog niet genoeg heeft aan zijn affairetjes. Kennelijk vond hij het ook nodig om haar beste vriendin het bed in te sleuren. Het verhaal loopt dan zo’n beetje à la boeketreeks, maar met tragische wending, wat je ook verwacht bij een Diana.
Maar Georgiana was zoveel meer. Zo krijgen we bij de aftiteling te lezen dat haar minnaar – natuurlijk had ze een minnaar – later premier was geworden. Gut, ook toevallig, denk je dan. Maar dat was geen toeval. Het was helemaal geen toeval dat ze verliefd werd op een politicus. En ook geen toeval dat hij lid was van de Whig-partij, de meest vrijheidsgezinde partij van die tijd, en sympathisant van de Franse en Amerikaanse Revolutie, en voorstander van de afschaffing van de slavernij. Het was geen toeval dat ze verliefd was geworden op die meestbelovende jonge Whig die later premier zou worden.
Net zoals het niet toevallig was dat vrijheid het lijntje was naar wat de hertogin miste in haar gouden kooi. Net zo min als het toeval was dat ze verslaafd raakte – het absoluut tegengestelde van vrij – aan gokken. Terwijl ze ook verslaafd raakte aan de opiaten waar ze mee experimenteerde. Waarbij ze ook nog eens experimenteerde met allerlei vrije vormen van liefde, en ook de lesbische. We krijgen het allemaal niet te zien in Duchess. Meer dan honderd jaar had ze nog moeten wachten op de eerste feministes. In de film krijgen we alleen het aspect mannetje-bezorgt-vrouwtje-een-tragisch-leven te zien, alleen daarin krijgen we die gekooide ziel te zien die er alles aan wil doen om dat deurtje naar de vrijheid te vinden.
Kennelijk konden de producenten alleen financiering vinden voor een filmverhaal dat leek op dat van Diana, zodat ze het voor de bijbehorende doelgroep – ‘je moet het niet te ingewikkeld maken’ – in de markt konden zetten. En dat zegt dan weer iets over de vrijheid in onze tijd.
vrijdag 20 maart 2009
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten