Is het universum deterministisch? Of hobbelen we rond in een hutspot van toeval en vrije wil? Het is waarschijnlijk een van de oudste filosofische debatten. Voor een film is het een uitstekend uitgangspunt. En ik verwacht niet dat een film mij van een of ander standpunt overtuigt, maar de maker mag het altijd proberen.
Ik verlang van een speelfilm dat hij me intrigeert. Als ik de zaal uitloop wil ik eigenlijk het gevoel hebben dat ik op mijn hoofd loop. Het liefst wil ik iets ervaren wat ik nog niet eerder zo voelde, of beter: een verbinding tussen voelen en weten maken die ik nog niet eerder gelegd had. Zoals bijvoorbeeld vorige week toen Kate Winslet als analfabete vrouw in The Reader mij liet voelen en weten dat zij uit schaamte voor haar gebrek een relatie afhield en ook kwaad deed, zowel aan anderen als zichzelf, en toch schuldig was.
Ook was het zo dat Knowing van mijn favoriete recensent Roger Ebert een hoge waardering kreeg. Bovendien, sciencefiction is bij uitstek het fictiegenre dat zich verdiept in ideeën. Dus zo’n film legt een intrigerend verband tussen voelen en weten. En dat hoeft helemaal niet ingewikkeld te zijn – vorig jaar was Wall-E een geslaagd voorbeeld. Of, de andere mogelijkheid, de sciencefiction gaat af door de zijdeur.
Het basisgegeven van Knowing is dat schoolkinderen in het jaar 1959 een tekening maken van hun toekomstbeeld en die voor de school begraven in een tijdcapsule. Vijftig jaar later wordt het geval plechtig opgegraven. Nicholas Cage is in dit verhaal een alleenstaande natuurkundeprofessor wiens zoontje een bijzondere tekening uit die tijdcapsule krijgt, met alleen maar getallen. Door een toeval (of niet dus) ontdekt Cage dat er een patroon in de getallen zit: coördinaten, tijdstippen en dodenaantallen van rampen in de afgelopen vijftig jaar blijken exact voorspeld. En dan gaat Cage met zijn bekende door zielepijn gekwelde (en met kohl-potlood omlijnde) ogen een combinatie van actieheld en ideale vader neerzetten. Gebrek (drankzucht) geen bezwaar, als hij maar goede daden verricht.
Oké, allemaal tot je dienst. Maar onderweg raakte het verhaal mij kwijt. En dat is zonde als je ziet hoe vakkundig de film gemaakt is. Regisseur Alex Proyas (I Robot, Dark City) heeft vaardig aan genrevermenging gedaan met scienfiction, occulte thriller en een beetje psychologisch drama. En hij kreeg me echt ondersteboven met de special effects. Het speciale van de special effects was dat ze nu eens niet te maken hadden met superhelden of bovennatuurlijke gebeurtenissen. Nee, we zagen gewone ongelukken met trein, auto en vliegtuig. Met hele overtuigende beelden, maar een hele simpele mise-en-scène, montage en découpage. Niks geen bombast, want niet nodig, en des te indringender. Hier kun je aan zien dat Proyas een vakman is die iets van het medium begrijpt.
Proyas overtuigt op allerlei onderdelen, maar met het ideeënconflict tussen determinisme en toeval – een pretentie die hij vanaf het begin duidelijk neerzet – doet hij niets intrigerends. Knowing is geen geslaagde sciencefiction film geworden. Het spannendst zijn de gewone huis-tuin-en-keukenongelukken. Wellicht is dat geen, eh, toeval.
vrijdag 10 april 2009
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten