vrijdag 1 mei 2009

Het koninkrijk van blijf maar gewoon doen

Wat mij nou zo opviel vandaag op straat was dat het leven gewoon verder ging. De mensen leken vastbesloten om toch van een zonnige dag te genieten. Niet omdat ze ze niet geschokt en verdrietig waren door de tragedie van Koninginnedag in Apeldoorn. Dat waren ze heus wel. Nee, het ging er om je deze mooie dag, waarop een heleboel mensen vrij waren maar wel gewoon thuis, niet af te laten pakken door een psychotische idioot. Die bovendien al dood was, terwijl de rest van Nederland verder moest met leven. Ik weet niet wat het was, maar het viel mij zo op dat allerlei mensen hun best deden om vriendelijk en gewoon tegen elkaar te doen, niet sacherijnig. Gewoon blijven doen, dat was het motto.

Rond dader Karst Tates viel me op dat buurtgenoten in zijn woonplaats Huissen rond een bijeenkomst met hun burgemeester weerspraken dat Tates een zonderling, een einzelgänger was. Ze noemden hem een normale man met wie ze wel eens een drankje dronken of een praatje maakten. Hij deed niet erg mee in de plaatselijke gemeenschap, maar dat doen zoveel Nederlanders niet, want druk, druk, druk.

Eerder was op het internet van de dader een dwaze, gescheiden vader gemaakt. Toen dat niet bleek te kloppen was van zijn niet meedoen met de gemeenschap gemaakt dat hij een nogal fanate einzelgänger was. Met andere woorden: het was voor de dader verboden om een gewone Nederlander te zijn. In reactie op de tragedie hadden de mensen hun toevlucht genomen tot iets wat zij de dader liefst bleven ontzeggen: gewoon zijn. Daar kun je aan zien dat gewoon zijn, of gewoon doen, nog steeds de centrale waarde in de Nederlandse cultuur is.

En dat is nu precies wat aan de Oranjes ontnomen dreigt te worden: gewoon doen. Meteen zie ik één van de sympathiekste foto’s van Koningin Juliana voor me – die foto waarop zij op een omafiets te zien is. Een fietsende koningin! Zij deed tenminste gewoon, en kon toen helemaal niet meer stuk.

Wat de onderzoeken rond de aanslag ook op zullen leveren, er zal niet uit komen dat er minder beveiliging moet komen. Er zal zeker meer beveiliging komen, met allerlei nog vast te stellen accenten. Het gevolg zal zijn dat er meer afstand zal komen tot het koningshuis. Maar het pijnlijke is dat afstand in strijd is met die centrale Nederlandse waarde van gewoon doen. Gewoon is een broertje van dichtbij.

Het zal misschien wel de belangrijkste vraag worden rond het komende koningschap van Willem-Alexander. Hoe kunnen hij en zijn gezin een veilige afstand houden en toch dichtbij zijn? Een moeilijke opgave. Het doet me denken aan de paradox die in de literatuur alleen de echt goede romans weten op te lossen: een verhaal met een glasheldere afstand, maar tegelijkertijd zo nabij dat je toch geraakt wordt.

woensdag 29 april 2009

Calvinisme het onvolwassen geloof der vaderen?

Jonge volwassenen in Nederland zijn calvinistischer dan ouderen. Dit blijkt uit de zelftest op het web van Trouw. De onderzoekster houdt het er op dat het komt doordat de tijdgeest een ruk naar rechts maakt. En jonge volwassenen zouden daar meer in contact mee staan dan de generatie van hun ouders, die gevormd werden in de jaren zestig en zeventig.

Tegelijkertijd werden een aantal lezers een beetje boos over de uitkomsten. Dat had wel iets grappigs. Het deed me denken aan de mensen die bij eerdere verkiezingen de Stemwijzer hadden ingevuld en ontdekten dat ze bijvoorbeeld bij de ChristenUnie waren uitgekomen. Terwijl ze daar in het dagelijks leven nog niet dood bij aangetroffen wilden worden.

De boze lezers vonden de test een lachertje die niets met het calvinisme te maken kon hebben. Maar wat als die test toevallig een vrij aardig beeld van het calvinisme geeft? Die boze lezers hadden dan zojuist de pijnlijke ontdekking gedaan dat het geloof der vaderen zelf iets onvolwassens heeft. Een lezer vroeg zich af wat Calvijn dan gescoord zou hebben, misschien wel lager dan de jongeren. En een andere lezer bromde dat mensen na de midlifecrisis wel anders zouden piepen. Ze hebben vast helemaal gelijk.

Volgens mij kun je wel zeggen dat hoe meer ervaring mensen ergens mee hebben, leven bijvoorbeeld, hoe minder calvinistisch hun oordeel erover wordt. Calvinisme is dan eigenlijk vooral een geloof voor geestelijk onvolwassen mensen, of laat ik niet te hard oordelen, voor jongvolwassen mensen. En dat is het naar mijn smaak ook altijd geweest. Calvinisme is eigenlijk altijd al de puber onder de geestelijke overtuigingen geweest. Wat niet wil zeggen dat dit geen nuttige levenshouding opleverde.

De bevinding dat Nederlanders in het buitenland een minder hoge ‘C-factor’ (50%) scoren dan de gemiddelde Nederlander (56%) verbaast dan ook niet. Nederlandse expats hebben gewoon meer van de wereld gezien.

Met dit alles in tegenspraak is dan weer mijn eigen score van 42%. Hieruit valt niet te concluderen dat ik een toonbeeld van volwassenheid ben.

dinsdag 28 april 2009

Wereldburgers van de varkensgriep

Met de varkensgriep is het alsof we een oude brug over moeten, die over een afgrond is gespannen. Wie weet staan we zo direct aan de overkant, en is de heisa in een paar dagen voorbij. Buiten Mexico dan. Maar het kan ook zijn dat die oude brug het toch niet houdt. En dan breken op grote schaal besmettingen uit, wereldwijd. Pandemie – pandemonium.

Vooralsnog heerst er rust, een steeds gespannener rust, dat wel. In 2006 hadden we de vogelgriep, en die is toen met een sisser afgelopen. Het punt is: deze varkensgriep is potentieel gevaarlijker. Er zijn besmettingen van dier tot mens opgetreden en van mens tot mens. En er zijn nu gevallen bevestigd in meerdere landen op verschillende continenten. Wereldgezondheidsorganisatie: fase vier. Met andere woorden: we kunnen het niet meer indammen, alleen nog maar verzachten. En als die grootschalige uitbraak begint is er niet genoeg vaccin in de wereld. Maar het kan ook nog dat het toch gewoon wegebt. We weten het domweg niet, we weten zo weinig.

In dit verband las ik de column Globalism Goes Viral van David Brooks in de New York Times. Brooks betoogt dat in respons op de varkensgriep een decentrale aanpak het beste is. In tegenstelling tot een centrale aanpak via bijvoorbeeld de Wereldgezondheidsorganisatie met meer bevoegdheden. Decentraal gaat in de eerste plaats gewoon sneller. Bovendien is het geloofwaardiger. Het is nu eenmaal een feit dat mensen meer vertrouwen hebben in anderen die dichterbij hen staan en waarin ze zichzelf herkennen. En bovendien heeft die decentrale aanpak altijd redelijk goed gewerkt.

Maar eigenlijk bedoelt Brooks gewoon iets anders, en wil hij vooral redelijk en netjes zijn. Hij bedoelt: ik weet ook wel dat ik die globalisering niet kan ontkennen, en ik weet ook wel dat ver van je bed eigenlijk niet meer bestaat. Maar dat betekent niet dat Brooks macht uit handen wil geven aan andere landen, of een of ander hoger orgaan van een of andere verdomde internationale organisatie. Brooks bedoelt: in iets anders dan de natiestaat heb ik helemaal geen vertrouwen. Geert Wilders? Heeft hij vast weleens van gehoord, maar Brooks wil het een stuk netter aanpakken.

Een heleboel mensen in de wereld denken zoals Brooks, heb ik het gevoel. In Europa willen veel mensen niet dat de EU meer macht krijgt, ook niet als er iets heel urgents met de varkensgriep gebeurt. Maar dat betekent niet dat al die landjes in hun eentje de problemen kunnen oplossen. Dat lukt zelfs niet als je een groot land als Amerika bent. Zo’n varkensgriep is weer een test of we de oplossingen van de eenentwintigste eeuw kunnen bedenken. Waarbij we via muis en toetsenbord wereldburger van deze eeuw zijn, maar met hoofd en vooral hart en buik, nog in vorige eeuwen zitten.

maandag 27 april 2009

Obama's eerste 100 dagen beter dan verwacht

Beter dan verwacht. Dat is het oordeel van een meerderheid van de Amerikanen over Obama in zijn eerste honderd dagen. Plus: hij heeft een paar grote dingen voor elkaar gekregen en zich aan zijn belangrijkste campagnebeloften gehouden. In de polls bevindt zijn steun zich tussen de 62% (Fox) en 69% (Washington Post / ABC News). Woensdagavond, wanneer Nederland zich klaarmaakt voor Koninginnedag, geeft hij een speciale persconferentie. Als je ergens goed in bent kun je het ook maar beter gebruiken – in de afgelopen drie maanden is Obama in Amerika elke dag op televisie geweest met speeches, persconferenties, plechtige ondertekeningen en fotogenieke momenten. En kennelijk heeft het gewerkt. Toch is vooral het tempo waarin Obama met beleidsmaatregelen komt adembenemend.

Ondertussen weten de Republikeinen zich geen raad meer. Harde aanvallen treffen geen doel als Obama’s persoonlijke populariteit (72%) nog hoger ligt dan de steun voor zijn beleid. In arren moede hebben Republikeinse leiders in het Huis van Afgevaardigden de president maar een brief geschreven om zich te beklagen over “het trieste gebrek aan ‘bipartisanship’”. Alsof de wolf aan Roodkapje vraagt waarom ze niet meer met hem praat. Kennelijk zijn ze alweer vergeten dat ze hem als een baksteen lieten vallen toen hij in januari over bipartisanship kwam praten om steun voor zijn stimuleringsplannen te werven.

Je zou denken dat de Republikeinen dan aantrekkelijke eigen ideeën en mensen hebben. Maar die hebben ze niet. Na Obama’s State of the Union mocht bijvoorbeeld namens de Republikeinen Louisiana’s gouverneur Bobby Jindal hem van repliek dienen. Dit was zacht gezegd nogal onindrukwekkend. Jindal kwam op mij over als een soort countryversie van wat de Republikeinen zien als stemmentrekker onder de niet-blanke Amerikanen, kennelijk in antwoord op de urban Obama. Over Mitt Romney en Sarah Palin hoeven we het verder niet te hebben. Slechts 21% van de Post-respondenten noemt zichzelf nu een Republikein, het laagste percentage in 25 jaar. En 25 jaar geleden had je nog de zogenaamde Reagan-Democrats die zeiden dat ze Democraat waren maar ondertussen op Reagan stemden.

De polls laten zien dat de openbaarmaking van de martelingsmemo’s niet op onverdeelde steun kan rekenen. Driekwart van de Democraten is voor, driekwart van de Republikeinen is tegen, en bij de als onafhankelijk geregistreerde kiezers is de uitslag 50% voor en 46% tegen. Obama kwam tot zijn besluit na veel scherpe e-mails heen en weer binnen een kerngroep in zijn regering en een heus avondje debatteren. Onmiddellijk na het debat tussen de grootste voor- en tegenstanders zei hij dat hij de memo’s openbaar zou maken, wat hij meteen de volgende dag ook deed.

Je ziet dat Obama aan zijn oorspronkelijke idee van ‘team of rivals’ vasthoudt (overgenomen van Abraham Lincoln) en daar vorm aan geeft door scherp te laten debatteren, om zo tot de beste beslissing te komen. Bij zoveel beleidsbeslissingen en blijkbaar zoveel verdeeldheid over de martelingsmemo’s is het onwaarschijnlijk dat Obama iemand is die geheime polls laat houden om daar zijn beleid op te baseren. Hij zeilt scherp aan de wind en laat toch ook wel eens een steekje vallen. De juristen die blauwdrukken voor de martelingen hebben opgesteld zouden eerst niet, toen weer wel en nu toch weer niet vervolgd worden. Obama heeft daarover gezegd: “Ik zou niet willen dat mijn eerste termijn verbruikt wordt voor wat door de Republikeinen opgevat wordt als een heksenjacht, omdat ik denk dat we te veel problemen hebben om op te lossen.”

De grootste controverse voor Obama lijkt dus de vraag of hij, terwijl hij de grote economische problemen aanpakt, de Amerikaanse juristen en politici achter de martelingen wel of niet moet laten vervolgen. Ik vind dat je die mensen prima kunt aanpakken en daarnaast je economische programma kunt afhandelen. Maar als dit de grootste controverse is voor een president dan doet hij het nog niet zo slecht.

Je ziet dat de Amerikanen toch geen sentimenteel volk zijn in tegenstelling tot wat je op grond van diverse succesvolle Hollywood-films zou mogen verwachten. Meer dan de helft vindt dat Obama rustig de autofabrieken in Detroit kapot mag laten gaan en gewoon te lief voor ze is, ook al kost dat veel banen. En 52% zegt dat er omstandigheden zijn waarbij het gerechtvaardigd is om terroristen te martelen.

Ondertussen blijft het leven een loterij, ook voor presidenten. Zie de afloop van de gijzeling van die Amerikaanse kapitein door Somalische kapers. En wat mijzelf echt verbaast is dat Obama zo’n goede regeringsmanager is. Terwijl op zijn CV staat dat hij vrijwel geen managementervaring heeft. So much for CV’s.

(Deze post is eveneens gepubliceerd op Sargasso.nl)