vrijdag 27 maart 2009

Chronobioloog bevrijder van de avondmens?

De hele winter heeft hij op zijn kans liggen wachten. Hij hield geen winterslaap, hij lag in een hinderlaag. En dit weekend slaat hij keihard toe: de chronobioloog. Ja, ik had er ook nog nooit van gehoord. De chronobiologie is de wetenschap die zich met onze biologische klok bezighoudt. Maar natuurlijk, de grote kans op aandacht ligt in het weekend dat de gewone klok in de nacht van zaterdag op zondag een uur vooruitgezet wordt.

En er is niet zomaar wat aan de hand, volgens chronobioloog Domien Beersma is er van alles mis. Maandag gaan er meer verkeersongelukken gebeuren. Er zullen ook meer hartinfarcten plaatsvinden. Het hele jaar door is de eerste werkdag al de dag der hartinfarcten. Maar de eerste maandag van de zomertijd komt er een extra hoge piek, waarna de rest van de eerste week de frequentie van hartinfarcten hoog zal blijven – totaalscore: plus 5 procent. Het is allemaal uit onderzoek gebleken.

Ik denk dat je chronotype grotendeels je reactie op dit nieuws bepaalt. Ochtendmensen zullen geneigd zijn om te denken: wat een onzin, hebben ze niet wat beters te doen? De reactie van avondmensen zal meer iets zijn van: eindelijk erkenning, ik had altijd al zo’n gevoel.

Avondmensen moeten extra opletten, ze kunnen van maandag beter een relaxte dag maken, om te wennen. Veel avondmensen zijn in de zomertijd aan het eind van de avond nog lang niet moe. Waarna ze minder slaap krijgen, en er de volgende dag wat katterig bij lopen. Een grote groep houdt de hele zomer last van slaapproblemen, wat een ongunstig effect kan hebben op bloeddruk, hart, cholesterol. Alsof het gezelliger menstype afgestraft moet worden.

Maar wat willen de chronobiologen nu? Ik denk niet dat een meerderheid van de bevolking de zomertijd ter discussie wil stellen. De meeste avondmensen genieten juist van dat extra uur daglicht. Chronobioloog Beersma pleit er vooral voor om naar je chronotype te leven. Volgens hem is er niet alleen gezondheidswinst maar ook economische winst te behalen. Een baas heeft meer aan een uitgeslapen werknemer. En een gespreide binnenkomst van mensen op hun werk levert minder filedruk.

Ja, maar wat willen de chronobiologen nu echt? Meer geld voor onderzoek natuurlijk. Nou, als dat ertoe kan leiden dat er kantoortijden voor avondmensen en voor ochtendmensen komen, dan ben ik daar voor. Als avondmensen bijvoorbeeld om half elf op hun werk willen komen en daar hun chef om mogen vragen omdat ze hierin door de wet gesteund worden – dat lijkt me wel wat.

donderdag 26 maart 2009

Jan Peter en Wouter en Lao Tse

Nederland is een geniaal land. Alles mag, maar er kan niks. En het is zo geniaal omdat je helemaal niet mag zeggen dat het geniaal is. Want ‘doe maar gewoon’ is nog steeds het werkelijke artikel 1 van de grondwet. Deze geniale eenvoud, dit alles mogen en toch niks kunnen hebben we weer in volle glorie kunnen zien bij de verbale schermutselingen rond het crisispakket van het kabinet.

Alles mag – Balkenende stelde eerst vastberaden vast dat “alles bespreekbaar” was. Oei, misschien wel de hypotheekrenteaftrek afgeschaft? Of de aanrechtsubsidie? Er volgden drie semi-indrukwekkende weken van ‘ze komen er echt niet uit’. En toen: mwah. Uiteindelijk bleek er toch weer – geruststellend haast – niks te kunnen. Zo kennen we dit land weer.

Volgens mij is dat pakket van 17,5 miljard eigenlijk een hogere vorm van ‘er kan niks’. Het Centraal Planbureau (CPB) heeft het namelijk over 3,5 procent krimp; in geld komt dat neer op 14 miljard euro. Bedenk daarbij dat in die 17,5 miljard zo’n 6 miljard aan investeringen zit die je mag uitsmeren over de rest van de kabinetsperiode, de volgende twee jaar. Dit betekent dat het crisispakket verdacht veel in de buurt komt van wat de economie volgens het CPB gaat krimpen; het zit er net ietsje boven. Dus alleen die krimp wordt gecompenseerd. En verder – jawel – kan er niks.

In werkelijkheid proberen Balkenende en Bos ook ‘niks’ te doen. Maar zo kunnen ze dat niet verkopen natuurlijk. Wat dat betreft: ooit heeft iemand al eens gezegd dat je ‘niet moet doen’. Niet niets doen, maar niet doen. Die iemand was de Chinese wijsgeer Lao Tse. Alsof Balkenende en Bos tegenwoordig geïnspireerd worden door zijn Tao Teh King. In hoofdstuk 63 staat: ‘Handel zonder te handelen. Dien zonder zorgen over omstandigheden. Vind smaak in wat geen smaak heeft.’ Bij deze laatste zin lijkt het warempel of Lao Tse een kenner van de Holländische Wasserbombe is – een koosnaampje van onze oosterburen voor een Hollandse tomaat die nergens naar smaakt.

Dit ‘handelen zonder te handelen’ zien we ook in de manier waarop ze het grootste pijnpunt afhandelen: de verhoging van de aow-leeftijd. Natuurlijk zal die verhoging er uiteindelijk komen. Maar niemand wil daar de schuld van krijgen – liever geen vingerafdrukken. Gelukkig is er die assertieve meisjes-vakbondsman Agnes Jongerius. Die heeft al het Elsevier-commentaar vertwijfeld doen uitroepen: ‘Is Jongerius soms onze schaduwpremier?’ Ze konden haar geen grotere veer in de bips steken.

Jongerius heeft even flink met de meisjesvuisten op tafel geslagen, en kon triomfantelijk voor de camera’s uitroepen dat de verhoging van de aow-leeftijd van de baan is. Het kabinet heeft toen een prachtmogelijkheid geboden: de vakbonden en de werkgevers moeten er samen uitkomen en dan terugkomen met een alternatief voorstel. Natuurlijk is het volstrekt onwaarschijnlijk dat ze er samen uitkomen. Want Jongerius wil de rijke oudere op meerdere manieren meer laten betalen, wat weer onaanvaardbaar is voor de werkgevers.

Het slimme is dat Jongerius door tegen de verhoging van de aow-leeftijd te zijn het niet eens kan worden met de werkgevers, waardoor ze geen gezamenlijk alternatief kunnen bieden, waardoor de aow-leeftijd toch verhoogd moet worden. Niemand krijgt de schuld, geen vingerafdrukken – handel zonder te handelen. Met dank aan Lao Tse.

woensdag 25 maart 2009

Gamen naar de bibliotheek van alles

Tot nu toe willen mannen op internet alleen maar betalen voor één ding. Maar we naderen met rasse schreden het moment dat mannen er voor tenminste twee dingen zullen willen betalen. Dat tweede ding heet een revolutie in gamen te zijn. Het nieuwe bedrijf OnLive claimt met een vinding gekomen te zijn waardoor het mogelijk wordt om razendsnelle games te spelen op eenvoudige pc’s en tv’s. Als dit waar is gaan de firma’s Sony, Microsoft en Nintendo het op zijn minst erg moeilijk krijgen met hun gamecomputers. Maar áls dit waar is dan is er volgens mij nog veel meer aan de hand.

Wat brengt OnLive nu precies? Wel, games zijn de moeilijkste applicatie die consumenten gebruiken. En gamecomputers zijn nodig omdat games nogal wat rekenkracht vereisen. OnLive claimt dat dat rekenwerk op de gamecomputer niet meer nodig is maar kan verlopen via centrale computers (servers). Het enige wat je nodig hebt is een breedband internetverbinding. En wat OnLive te bieden heeft is een algoritme (in feite gewoon een procedure om een probleem op te lossen). En dit algoritme zorgt voor datacompressie (alles wordt in handige kleine pakketjes verpakt), zodat je vanuit je huis razendsnel interactief kunt gamen.

Je drukt in je luie stoel op de muisknop om bijvoorbeeld te schieten; er gaat een seintje naar de centrale server; die input wordt verwerkt; er gaat een sein terug; en op je scherm zie je wat je schoten hebben aangericht. Daarbij is de verbinding zo snel dat je een real time illusie ervaart. Gewoon met je tv (met meegeleverd kastje) of je eenvoudige pc. Dit is waar de belofte van het algoritme van OnLive op neerkomt.

Wie is OnLive-oprichter Steve Perlman eigenlijk? Perlman is een oudgediende in de Amerikaanse ict-wereld. Hij zat vroeger bij Apple als ‘principal scientist’ (dus niet de eerste de beste). Ook was hij medeoprichter van WebTV dat halverwege de jaren negentig voor zo’n 500 miljoen dollar aan Microsoft werd verkocht.

Dat OnLive in essentie een algoritme te bieden heeft wijst ook nog ergens anders op: alle benodigde infrastructuur is er al. Wat de eindconsument nodig heeft is een pc of een tv, een toetsenbord, een pc-muis, een joystick eventueel. En natuurlijk breedband, en dat is het verder wel. Breedband is op dit moment aanwezig in zo’n 80 procent van de Nederlandse huishoudens. Aan de kant van de aanbieder zijn er een stel servers nodig van het soort dat al bestaat. Dus dat is ook geen probleem.

Nog nodig was verbeeldingskracht, en een algoritme dat die verbeeldingskracht gestalte geeft in een uitvoerbare procedure (natuurlijk verwoord in een computertaal). En bovendien een bedrijf dat het allemaal gaat regelen, maar dat is geen probleem als er een consument is die bereid is om te betalen. En daar komt het feit om de hoek kijken dat gamen het tweede ding op internet is waarvoor mannen bereid zijn de portemonnee te trekken. Perlman claimt dat het een stuk goedkoper zal worden dan wat gamers nu kwijt zijn. Precieze bedragen zijn nog niet bekend.

Laten we aannemen dat het van het najaar allemaal werkelijk gaat beginnen. Volgens mij is de betekenis hiervan dat als het met gamen mogelijk is dan zal al het andere een fluitje van een cent zijn. Als je een specifieke game kunt spelen dan kun je ook een specifieke speelfilm op een specifieke plek bekijken. Waarbij je ‘m niet volledig hoeft te downloaden (dat zou investeerder Warner Brothers wel zo fijn vinden), maar toch op de pauzeknop kunt drukken als je naar de wc moet. En consumenten zullen uiteindelijk alles in één pakket willen, aan welke wens bedrijven ook zullen voldoen.

Dit algoritme is, terwijl alle benodigde hardware al aanwezig is, nou net het verbindingsstreepje dat we nodig hadden. Zo wordt namelijk iedereen voor een schappelijk bedrag lid van de bibliotheek van alles. En in de bibliotheek van alles kun je altijd overal in een oogwenk bij. Gamen, tv, je rekeningen betalen, je mails, een blog, verder gamen, een potentiële date, een stukje muziek – allemaal op dat grote scherm op je huiskamermuur. Maar als je huiskamer de goedkope bibliotheek van alles is geworden dan heeft dat gevolgen voor diverse nu bestaande businessmodellen. Een voorbeeld: jaarabonnement op de Volkskrant voor 271,90 euro? Wat een mallerds, hoe komen ze d’r bij?

dinsdag 24 maart 2009

Bonus: goed en slecht en niet links of rechts

Bonussen zijn er ooit gekomen omdat we het ongrijpbare willen grijpen. Iedereen eigenlijk. En er zijn nu eenmaal steeds een paar mensen die fabelachtig rijk worden. Daarom vonden bedrijven het goed dat handelaren met andermans geld gingen gokken. Als ze wonnen kregen ze een percentage van de winst, een bonus, en als ze verloren waren de aandeelhouders hun geld kwijt, en kregen de handelaren geen bonus. Logisch dat ze enorme risico’s gingen nemen. Met andermans geld zou ik dat ook gedaan hebben.

Iedereen wou meer. Niet alleen een paar hebzuchtige types op de beurs. Voor een heleboel mensen was eenvoudig sparen niet goed genoeg meer. Daar kon je niet meer mee aankomen op een verjaardag. En ook bijvoorbeeld de pensioenfondsen gingen op een gegeven moment met een deel van de portefeuille achter de grote winsten aan. Gewoon fatsoenlijk beleggen voldeed niet meer. De vakbondsmensen in de Raden van Commissarissen hebben zich er ook nooit tegen verzet toen de besluiten vielen om op groot wild te jagen. Het werd allemaal met ingewikkelde en dure en nette woorden gebracht, maar het kwam er gewoon op neer dat iedereen meer wou.

Fastforward naar nog niet eens zo lang geleden, een half jaar maar. Voortdurend dreigden financiële instellingen om te vallen, die eenvoudig niet mochten omvallen omdat ze iedereen dan mee zouden nemen. Half september werd in een moment van machteloosheid, en misschien wel vooral van onoplettendheid, toegestaan dat Lehman Brothers in New York omviel. En dit bracht wereldwijd een kettingreactie teweeg, die vooral aantoonde hoe zwak het hele financiële systeem al geworden was.

Op zo’n moment is het wel lekker als je iemand de schuld kan geven. In de hele menselijke geschiedenis zijn zondebokken tamelijk onmisbaar geweest. Van week tot week wordt dan ook blijk gegeven van voortschrijdend inzicht. Wat een paar maanden geleden nog omstreden was kan nu plotseling een algemeen gedeeld inzicht worden. Soms is het inzicht zo algemeen dat het zowel links als rechts is.

Een voorbeeld: de VVD is met een motie gekomen met daarin de woorden ‘niet valt uit te leggen dat in de financiële sector nog steeds een bonuscultuur heerst’. Resultaat: de motie werd algemeen aanvaard. Niet dat er iets mee werd opgelost, maar goed. Maar zou de VVD bijvoorbeeld een week voor 15 september, de dag van Lehman, met zo’n motie zijn gekomen? Dacht het niet. Grappig is nu dat ter rechterzijde de PVV en ter linkerzijde de SP om het hardst schreeuwen dat bonussen aangepakt moeten worden, door ze weg te belasten of wat dan ook. Tsja, jezelf duidelijk links of rechts kunnen profileren is er niet eens meer bij.

En wie weet waar ons voortschrijdend inzicht ons volgende week brengt. Zo moet Wouter Bos met de bankiers om de tafel gaan zitten om een soort ‘herenakkoord’ te sluiten over bonussen. Volgens mij heeft hij er helemaal geen zin in. Maar hij moet wel. En als hij met iets komt waar alle partijen achter kunnen staan mag Wouter Bos van mij een, eh, bonus krijgen.

maandag 23 maart 2009

Prikken naar de waarheid in Lelystad

De politie is er helemaal niet blij mee dat er vanmorgen een website is opgezet over Jack de Prikker. Ze hopen dat mensen wijs genoeg zijn om gevoelige informatie voor zich te houden. Veel Lelystedelingen durven de deur niet eens meer uit nu vier willekeurige mensen op een willekeurige plaats en tijd in hals en nek zijn gestoken, wat een dode tot gevolg had. Zeker, de angst is groot, en de politie heeft tientallen mensen op de zaak gezet. Maar daarom juist, ik denk dat je nu eenmaal niet tegen kunt houden dat mensen zeggen wat ze vermoeden en wat ze op hun lever hebben. Zeker als het hen iets kan schelen.

Zo kwam ik van het weekend met een late trein terug in Lelystad en nam ik op het station een taxi. Het eerste wat ik tegen de chauffeur zei was: ‘Weet u hoe het zit met die …’ ‘Natuurlijk, het is de talk of the town.’ Hij kwam met het laatste nieuws over Jack de Prikker, en een van de dingen die hij zei was: ‘Het gaat om een lichtgetinte man. Nou, in acht van de tien gevallen gaat het dan om een Marokkaan.’ Ik keek hem aan. Hoe kon hij dit nu zeggen? Maar ja, midden in de nacht, en ver van huis, ruzie maken met een taxichauffeur leek me ook geen slimme zet. Hij leek zich bewust van mijn dilemma, maar bleef vriendelijk en gewoon doen.

We praten verder over de zaak, en hoe meer hij praatte hoe meer ik zag dat hij geen onredelijke man was. Hij leek me bijvoorbeeld geen type om de ene minderheidsgroep tegenover de andere minderheidsgroep omlaag te halen. Dat hij me gewoon zei wat hij dacht leek meer een teken van een zeker respect. We ontvouwden samen enkele theorieën over de dader. Ik kwam er op uit dat het wellicht een (ex-)krantenjongen is die in Lelystad geboren is - hij weet overal de weg - en die wegrent naar een gereedstaande fiets of auto. ‘Of een brommer’, vulde de taxichauffeur aan. Bij het huis aangekomen betaalde ik en we namen afscheid. Hij keek me recht in de ogen aan, en ik bespeurde een zweem van een glimlach, een tevreden glimlach – wij konden met elkaar praten.

Maar hoe zit het dan op het internet waar iedereen met iedereen praat, en onder pseudoniem meer durft dan in levende lijve. Tsja, we kunnen niet voorkomen dat mensen hun mond opendoen. Mijn gevoel zegt dat het uiteindelijk zelfs beter is als mensen hun mond opendoen. Ook als er domme woorden uitkomen, en lelijke, zelfs haatdragende. De slimme, ware en mooie woorden zullen in de minderheid zijn. Dat waren ze altijd al. Het is gewoon beter als de etter en het pus eruit komen. En als je heel veel etter en pus voorbij hebt zien komen wordt het bijna net zoiets als roddelen..., uiteindelijk versterkt het de gemeenschap.